DE ONDERLIGGER
Oké, wacht. Ik ga het uitleggen.
Kijk, je hebt dwarsliggers en tegenliggers. Achterliggers en voorliggers. Je hebt doorliggers. Je hebt zelfs dakliggers. Maar daar gaat het helemaal niet over. Het gaat over onderliggers.
De onderligger is het summum van passiviteit. Je. Ligt. Ergens. Onder. Dat kan de sloef zijn of de foef zijn. Dat kan de wol zijn of de plak zijn. Het kan ook een hoedanigheid op zich zijn: je ligt onder.
Welnu ik ben een onderligger. Ik heb het altijd al geweten en het is nu ook weer gebleken.
Pas op, liggen gaat mij goed af. Als er iets scheef loopt, ligt het meestal wel aan mij. Of neem nu mijn lever, dat is een dienblad waarop van alles ligt. Ik heb zelfs ooit nog goed in de markt gelegen. Nee, niks verkeerd met liggen.
Ook gisteravond mocht ik me weer aan mijn favoriete bezigheid wagen. Een uurtje onderliggen, dolce far niente. Het leven zich gewoon voor je ogen zien ontvouwen, zoals het is, dan en daar. In dit geval ook zwart op wit en wit op zwart.
Voor mij zat een grote Baard. Ergens daarin verscholen zat Brunotov, geloof ik. Af en toe ving ik gedempte flarden op van een gesprek dat hij aan het voeren was, vermoedelijk met mij. Hij was alvast niet aan het rondbellen, want zijn iPhone lag voor mij op tafel, rechts van de Baard. Ofschoon hij me wellicht niet kon zien vanachter die waterval van haar, knikte ik instemmend, op goed geluk, om het gesprek op gang te houden. Politesse oblige.
En toen lichtte plots het scherm van zijn belding op en begon dat spel te piepen. Find My iPhone of zoiets.
Daarop spleet de Baard spontaan in tweeën en verscheen er een evenzeer behaarde arm die de iPhone meegraaide de dieperik in, naar een wereld die zich volkomen aan mijn zicht onttrok.
Ik hoefde daarna niet lang te wachten voor ik Tina hoorde zingen van Don’t give your love to sexy Ida. Dat is enerzijds een goeie raad, anderzijds betekent het dat ik gebeld word.
‘Alloo?’
‘Ja Vinitov, ’t is hier Brunotov hè. Zit je gij daar nog?’
‘Euh ja, ik zit hier recht tegenover een Baard. Ben jij dat?’
‘Dat zou wel eens kunnen, ik heb me niet geschoren. Maar dat doet er niet toe. Zeg, gaan we eraan beginnen of hoe schijt dat?’
‘Oké, moment.’
Er vond toen even een pauze plaats in ons gesprek, terwijl ik van positie switchte en op mijn rug onder het schaakbord plaatsnam.
‘Goed, klaar. Begin maar.’
Terwijl ik af en toe een armpje uit de baard zag kruipen om een stuk slim te verzetten, lag ik de hele partij onder, zoals het een onderligger uiteraard betaamt.
Een samenvatting ga ik u besparen. Laat vooral genoteerd staan dat Brunotov een bovenligger is. Dat zal Nelatova wellicht beamen, maar eigenlijk zijn dat uw zaken niet.
Toen het kwaad eenmaal was geschied, kroop Brunotov eindelijk met rood aangelopen tronie uit zijn eigen baard, klopte zich af en sprak de woorden:
‘Ik ga niet tekenen zeker als ik nu een Duvelke drink?’
En aldus geschiedde. Ik kroop overeind dronk een Duvel met de baarlijke Duivel. Toen ging hij naar huis en dronk ik er nog één. Je hoeft niet overal in onder te liggen.
Intussen zijn we vandaag. Ik kan u wel vertellen dat ik wakker heb gelegen. Ik ben daar goed in.
Een magistrale Brunotov 2 – 0 De Onderligger.