DE 15 STAPPEN VAN DE WELGEMUTSTE

Wevelgem, 28/11/2023, voorbij valavond

 

Toen Pollov aankwam, stonden er twee stukken op het bord. Toen hij weer vertrok, waren het er drie. Er had zich een vrouw mee gemoeid en ze had hem van zijn sokken geblazen.

Sire, geef me 100 dagen

Blauw bloed vloeit niet.

Wat Pollov zag, was dit: twee hoogheden die nog stonden na te hijgen op hun twaalf vierkante centimeter. Sire versus sire. De eindstand tussen Vinitov en Petrov. Die partij was amper 20 dagen oud, ze hadden nog geen voet verzet om zichzelf op te ruimen. Ze hadden op meer tijd gehoopt. Gezien hun lange jaren kon niemand hen ongelijk geven.

Toch viel het op dat hun vazallen fronsend aan de zijlijn stonden toe te kijken. De consensus was dat beide gestelde lichamen zich al veel te lang aan de troon vastklampten met hun knokels vol artrose. Werd het niet stilaan tijd voor een dubbele defenestratie? In de gelederen hing de geur van onrust. Van oproer.

Maar een heer van jaren hoort alleen nog wat hij horen wil. Zien doet hij nog minder. En zo stonden beide aartsvijanden oog in oog zichzelf te wezen, stinkend uit hun voorste hol, zoals het mannen op leeftijd betaamt. Geen erg, hun reukorgaan was ook niet meer je dat.

Pollov kon het allemaal niet deren. Welgemutst stapte hij de kamer binnen, ontdeed zich van zijn hoofddeksel en zwoer bij hoog en bij laag dat hij zich niet meer, nooit meer, aan de truken van Andrej zou laten vangen.

‘Andrej is hier niet,’ stelde Vinitov hem gerust.

‘Zeker wel,’ zei Pollov. ‘Hij is mee tussen mijn oren. En gij gaat mij niet opgieten! En ik ga hier helder denkend zegevierend weg, in tegenstelling tot toen.’

Pollov refereerde aan de zuippartij die zijn jongste broer hem had gelapt bij z’n vorige treffen. ‘Hij heeft me daar alcoholisch verkracht, Vinitov. Ik voel me nog altijd met wijn en bier bezoedeld. Nee, voor mij geen toverdranken meer. Ik zal blij zijn met iets fris.’

De gin-tonic van Vinitov was merkelijk frisser dan de Cola Zero van Pollov, maar dat wist Pollov niet. Hij koos fluks voor zwart en vond zijn goedgemutstheid terug. Handen schudden, focus, go.

Drie kwartier heeft het geduurd voor de eerste klap werd uitgedeeld. Het was Pollov die Vinitov in snelheid pakte. Soms gaat traag ook rap. Het evenwicht dat er was, was er geweest. Het was zoek in een zucht. Vinitov onderbrak het spel even om zijn medeleven te gaan betuigen aan de getroffen gezinnen van de gesneuvelde lopers en pionnen en vooral om zich nog een gin-tonic in te schenken. Als het zo doorging, dacht hij, moest hij zichzelf dringend alcoholisch verkrachten.

Vervolgens nam hij weer plaats, overschouwde het strijdtoneel, en dacht: Ik ga mijn verslag ‘De 15 stappen van de Welgemutste’ noemen. Het zag er namelijk niet goed uit. Hij kon net zo goed in zijn hoofd al met dit schrijven bezig zijn.

De Welgemutste duwde door. Vinitov verzon een paragraaf. Toen hij weer opkeek, zag hij vier torens tegenover elkaar staan op rij A. Dat had hij waarlijks nog nooit eerder gezien. De dame dreigde ook, een losse loper kwam eveneens meespelen met de grote jongens. En heel in de verte stond een pionnetje op een fractie van een geslachtsverandering, maar die laatste stap is altijd zo moeilijk.

Nee, het zag er voor Vinitov niet goed uit. Paragraaf na paragraaf schudde hij binnenshoofds uit zijn mouw, kwestie van al wat voorsprong te nemen op het schrijfwerk dat zou volgen. Pollov werd steeds welgemutster en dacht: kom, ik ga eens roefelen.

Toen is het snel gegaan. Pollov vroeg een korte pauze om de gezinnen te gaan condoleren van zijn verloren lopers, torens, paarden, pionnen. Hij ging ook bij zijn schoonouders aankloppen, want hun dochter was niet meer. Vinitov bevond zich op bekend terrein: wéér stonden daar die twee gekroonde hoofden in elkaars bek te stinken. Met één verschil: anders dan tegen Petrov had Vinitov zijn vrouw aan banden gebonden, for better or for worse.

Nee, het zag er voor Pollov niet goed uit. Dus bedacht hij de volgende regel: als je me niet binnen de 15 zetten mat zet, is het remise. Oeioeioei, dacht Vinitov. Hij wist evenwel dat de Welgemutste een gewiekste onderhandelaar was en liet zich uit zijn lood niet slaan.

‘Nou, Pollov, ik stel voor dat jij gewoon probeert remise af te dwingen doordat je jezelf schaak zou zetten mocht je nog een move doen. Zou dat niet beter zijn?’

Zo gezegd, zo geprobeerd. Maar de 15 stappen van de Welgemutste bleven naar boven komen als waren het de chili’s in de con carne. ‘Ja maar, ik denk toch dat…’

Nu ging Vinitov ook twijfelen. Pollov was wel een gewiekste onderhandelaar, maar niet bepaald een leugenaar. Er moest wel iets van aan zijn. En ofschoon ze de zetten niet hadden geteld, sloegen ze er een slag in en kwamen tot de conclusie dat de 15 overschreden waren.

Het leidde allemaal op dat moment tot een remisecompromis, maar wel op voorwaarde dat A) ze de partij zouden uitstekken en B) Pollov het verslag zou schrijven. A is geschied, B niet.

Daar is een verklaring voor. Het heeft nog tien uur geduurd voor ze er kwam na raadpleging van Chat, j’ai pété. 15 stappen ammehoela. 50…! Daar zijn we niet geraakt. Waarop Pollov gracieus de nederlaag aanvaardde, hoewel het spel zó evenwichtig was geweest dat remise helemaal niet van de pot gerukt zou zijn geweest. Integendeel. Pollov had lang het absolute overwicht. Dat had hij ook in de onderhandelingen. We zeiden het al, de Welgemutste is gewiekst. Dus schrijf ik nu dit verslag, maar kijk: het zit er bijna op.

Die nacht zette Pollov de Ongemutste zijn deksel op zijn kop en wandelde dartel, fluks en welgemutst zijn voertuig en de dag erop tegemoet.

Een bijzondere partij was het. Pollov zou een verdiend winnaar zijn geweest. Remise zou verdiend zijn geweest. Ik heb mijn hakken gewoon net op tijd over de sloot gesmeten. En de Welgemutste heeft het me van harte gegund. Waarvoor drank.

Vinitov 2 – Pollov 0

 

 

Nabeschouwing:

De ene avond is de andere niet. Maar het scheelt soms toch niet veel.