DE MAN DIE TE VOET UIT SCHAKEN GING
De man die te voet uit schaken ging, zo gaat hij nu nog immer over de tongen en hopelijk ook nog ergens door dit leven.
Hopelijk, want sinds die bewuste expeditie heeft niemand nog een spoor van hem ontwaard, geen woord van hem gehoord. Het is niet geweten wat hem heeft bezield te voet uit schaken te gaan. Wie doet dat dezer dagen nog? Al te meer daar, in dat dal dat dweept met woeste nevelslierten en dat met drassige graspartijen is bezaaid. Eén op de twee keert er nooit van terug. Het bewijs is eens te meer geleverd.
Hij zal gedacht hebben erboven te staan. ‘Neen, mij kan dit dal niet deren. Ik heb het nog gekend toen het de vuilhoop was van Kortrijk en van Menen. Hun grootste stront kwamen ze hier sorteren, laag na laag na laag. Ik heb de varkensboerenvete meegemaakt, hier midden in het dal. Er lagen parels voor hun zwijnen en van wijken wilden ze niet weten. Het heeft lijken opgeleverd. Dit is een dal met een verleden, maar hier en nu, dit is het heden en heden ben ik hier heer en meester. Neen, dit dal kan mij niet deren.’
Hij zal beslist hebben tegen beter weten in de benenwagen te nemen.
‘Ik mag mijn thee niet vergeten.’ Dat moet hij ook nog hebben gedacht. Vergeet nooit uw eigen thee mee te nemen als ge bij Wimov aan moet bellen om te schaken.
Hij moet de riedel reciterend door het dal gewandeld zijn: ‘Ik drink nooit thee, jij drinkt soms thee, hij drinkt altijd thee.’ Zijn soms-moment was in aantocht, maar over zijn lijk zou hij Navalny achterna gaan. Neen, voor iemand die nooit behalve soms thee dronk, zal hij goed voorzien geweest zijn toen hij te voet uit schaken ging.
Hij zal zacht neuriënd een sigaar hebben opgestoken en licht vooroverleunend de tocht bergop het dal uit hebben aangevat, het kan bijna niet anders. En dan zal hij het hoekje om zijn gegaan, richting een huis met stoelen zo laag dat de zwaartekracht het geeneens de moeite meer vindt om je nog lager te trekken.
Hij zal geweten hebben wat hem te wachten stond toen hij de lantaarnpaal voor zich zag opdoemen die daar al zeker tweehonderd jaar in haar houding volhardt, al sinds die traag voorbijgegleden eeuw waarin Jozef Stalin, patriarch van het moederland van ons aller schaakspel, het levenslicht zag en het staalhard naar zich toezoog.
Hij zal wellicht ook hebben aangebeld en nostalgisch hebben weggedroomd bij het horen van de ding en dan de dong.
Hij zal mogelijk de partij van zijn leven hebben gespeeld.
Of mogelijk niet.
De waarheid ligt zoals gebruikelijk niet in het midden, maar ergens verfrommeld in een hoekje op een hoopje beschimmelde camembert of brie of zo zichzelf te wezen.
En dan… dan zal hij meermaals naar de kelder zijn gegaan op zoek naar… Naar iéts. Een vorm van ambrozijn misschien? Hij is er niet meer om het na te vertellen. Of toch? Maar dan: waar? Het spoor van hem is bijster.
Hij zal het dal weer in zijn gegaan, een sigaar tot zich nemend en neuriënd van We are the champions of desgevallend van I’m a loser baby, so why don’t you kill me?
Wimov is de laatste die hem heeft gezien, gesproken en geroken. Al kan dat laatste ook die camembert betroffen hebben. Wie het Wimov vraagt, zal horen: ‘Ik heb grandioos gewonnen.’
Wie zijn wij om dat tegen te spreken zonder bewijs van het tegendeel? Er is ook geen partij meer die hem tegenspreken kán. Vinitov is gone. Verschwunden. Desaparecido. Scomparso.
Gewoonweg weg.
Het zou ons niet verbazen mocht Wimov minstens tijdelijk achter tralies belanden. Heeft hij smadelijk in het zand gebeten en kon hij het stof der vernedering niet verkroppen? Heeft Vinitov er daarom moeten aan geloven? Waar leidt die keldertrap achter de deur van de kamer met de lage tafel en het kartonnen schaakbord met de kleine pionnen heen?
Of heeft hij oprecht gezegevierd en Vinitov na het nuttigen van meer dan een paar streekbieren met bemoedigende woorden en een amicale schouderklop rustig uitgezwaaid om vervolgens de marmeren wenteltrap met de gouden stijlen te bestijgen richting hemelbed?
Hangt er een geurtje aan de waarheid? En hoe komt het dat de auteur van deze woorden zich de mogelijke feiten van die noodlottige avond zo in geuren en in kleuren voor de geest kan halen?
Laten we op onze hoede blijven, vrienden. De kans is niet onbestaande dat leden van Les Amis du Roi het doelwit zijn geworden van een sluipend gif, hier in dit ondermaanse dal dat we met z’n allen dagelijks betrekken.
Beware.