IT’S JUST AN ILLUSION
Ik weet niet of u het weet, maar in een ver vervlogen uithoek van Wevelgem ligt een fijn fabriekje. Ze maken er illusies, en sinds vorige week heb ik er een volle klantenkaart. Ik koester ze, mijn illusies. Ze maken me compleet.
En zonder ben ik niks. ‘Un homme seul est en mauvaise compagnie’, Paul Valéry had gelijk. Maar bon, ik verkeer dus in goed gezelschap. Mijn volle klantenkaart bewijst dat.
Alleen heb ik vannacht in eenzaamheid gebaad. Ik ben ze allemaal armer, mijn illusies. Een ploert met een schurkennaam heeft ze me ontstolen. Gisteravond laat bood hij zich aan, bonkend op de stalen deur die mijn inner sanctum van de straatsteen scheidt. ‘Ik wilde niet bellen,’ zei hij. ‘Om je kinderen niet wakker te maken.’ Dus beukte hij drie deuken in mijn deur.
Hij was getatoeëerd van hier tot in Tokio. En alles wat daartussenin lag. Ik had de leeuw naar mijn hol gelokt. ‘Vinitov?’ vroeg hij. Ik knikte, zei niks. Kwestie van meteen onpeilbaar over te komen. Hij stak zijn vuist vooruit, opende hem en wurgde terstond mijn hand. ‘Aangenaam, ik ben Andrej,’ sprak hij grijnzend. Een schurkennaam, dacht ik. Maar ik gaf geen krimp.
Zijn missie was duidelijk, de mijne ook: elkaar verslaan op het nobelste der slagvelden.
We namen plaats, hij dronk rosé. Een getatoeëerde ploert met een glas rosé; het plaatje klopte niet. Ik had het toén al kunnen weten. Moéten weten. Maar mijn illusies speelden me parten. En niet voor het eerst.
LONG LIVE THE QUEEN
Twee jaar was het geleden dat ik die vrouw nog had gevoeld. Maar ze kende me nog. ‘Jij bent mijn koningin,’ fluisterde ik haar in, zoals ik dat vroeger placht te doen in mijn gloriedagen. Haar levenloze lijf kraaide even in mijn handen. ‘Ik heb je gemist,’ zei ze zwoel. Of was het een illusie? Toen had ik er nog in overvloed.
Andrej bleek een beul te zijn. Dat glas rosé was maar façade. Welgeteld een halfuur heeft het geduurd. Een halfuur waarin het vat der mogelijkheden snel leegliep en de emmer der vernedering nóg sneller vol. Maar mijn kinderen sliepen vredig. Die illusie had ik tenminste nog. Ik koester ze, mijn kinderen. Mijn illusies allang niet meer, ik ben ze allemaal verloren in één partijtje schaak.
Gelukkig is mijn klantenkaart vol. Ik heb recht op één gratis illusie, recht uit de fabriek. Ze maken ze op maat. Wee de volgende die aan mijn bord aanschuift.
Andrej is verdwenen met de noorderzon. Naar verluidt teistert hij op dit eigenste moment andere contreien. Ik verkeer in slecht gezelschap, maar morgen komt daar verandering in. Ik neem me voor voortaan nog één enkele illusie te bezitten.
En ik word lid van de fanclub van Imagination. Dat ook.